28 juni 2019 energie label op de schop
Aanleidingen voor aanpassing van de systematiek
Er zijn twee aanleidingen om de systematiek van het energielabel aan te passen. Allereerst is de gewenste functie van het energielabel in de afgelopen jaren veranderd. In eerste instantie was het vooral een bewustwordingsinstrument. De eenvoudige systematiek van het VEL is daar goed voor geschikt. Het is goedkoop en toegankelijk. Inmiddels ontstaat er een steeds sterkere vraag naar een nauwkeurigere bepalingsmethode en indicator. In de context van de energietransitie is de energieprestatie van een woning van steeds groter belang. De behoefte onder woningeigenaren en huurders om te kunnen anticiperen op de vraag wat de energietransitie voor hun woning gaat betekenen neemt toe.
Wat de overheid eigenlijk zegt is dat de hypotheek rente, de schaarste en daarmee de prijsontwikkeling van de woningen eindelijk ruimte biedt om meer duidelijkheid te geven wat de energietransitie gaat betekenen voor de woningenmarkt. Woningen met een kritisch energie prestatie zullen gaan afschrijven en duurder worden door hogere energie lasten en onderhoudskosten. Het wordt dus aantrekkelijk om de bestaande bouw duurzaam op te waarderen.
De tweede aanleiding komt voort uit Europese regelgeving. Bij de implementatie van de tweede herziening van de EPBD (2018/844) moet de energieprestatie uitgedrukt worden in een numerieke indicator van het primaire energieverbruik in kWh/m2 per jaar. Om hieraan te kunnen voldoen is er een nieuwe bepalingsmethode vastgesteld (NTA 8800), die de verschillende bestaande methoden gaat vervangen.
Invloed herziening Europese richtlijn (EPBD)
Het overstappen op een indicator in kWh/m2 per jaar zal zowel voor het VEL als de EI gevolgen hebben. In opdracht van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland heeft ingenieursbureau DGMR de gevolgen van de NTA 8800 op het VEL onderzocht1. DGMR concludeert dat het VEL door toepassing van de NTA 8800 minder nauwkeurig wordt. DGMR geeft aan dat dit te maken heeft met het feit dat voor het vaststellen van het aantal kWh/m2 de geometrie van de woning een belangrijke rol speelt. Dit vereist een hoge mate van nauwkeurigheid in het opmeten van de woning en vereist het invoeren van een groter aantal woningkenmerken dan nu bij het VEL het geval is. Het onderzoek van DGMR is daarom aangevuld met een quickscan van onderzoeksbureau MetrixLab naar de vraag of de woningeigenaar de in te vullen woningkenmerken begrijpt, herkent en kan bewijzen. Hieruit blijkt dat het verzamelen van de benodigde woningkenmerken, waaronder het opmeten van delen van de woning, te complex is voor woningeigenaren en zeer tijdrovend. Deze aanpak vraagt om het vaststellen door een expert. Dit betekent dat de systematiek van een eenvoudig label dat een woningeigenaar zelf kan toepassen niet langer houdbaar is.
De implementatie van de tweede herziening van de EPBD biedt geen ruimte voor differentiatie in verschillende soorten energielabels. Elk energielabel moet volgens de herziene EPBD een numerieke indicator van het primaire energieverbruik in kWh/m2 per jaar bevatten. Het voorstel van de heer Nijboer om de nieuwe, nauwkeurige systematiek in eerste instantie alleen op energiezuinige woningen toe te passen zou in de praktijk leiden tot het hanteren van twee labels. De herziene EPBD sluit dit uit. Dit laat onverlet dat bestaande energielabels tot tien jaar na afgifte geldig zijn.
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Directoraat-generaal Bestuur, Ruimte en Wonen
Naar een verbeterde systematiek voor het energielabel
Het VEL is in 2015 op verzoek van de Kamer geïntroduceerd om de (administratieve) lasten van het aanvragen van het energielabel voor woningeigenaren te verlagen. Nu spreekt een aantal partijen zich uit voor een systeem met een opname door een expert in de woning. Dit sluit aan bij de uitkomst van het onderzoek naar de gevolgen van de implementatie van de herziening van de EPBD en de nieuwe bepalingsmethode.
Een nauwkeurig label dat wordt afgegeven op basis van een gebouwopname door een expert zal naar verwachting leiden tot hogere kosten voor de woningeigenaar op het moment dat hij zijn woning wil verkopen of verhuren en nog geen geldig energielabel voor de woning heeft. Daar staan voordelen tegenover die voortkomen uit de nauwkeurigheid van het nieuwe label. Het energielabel zal in de eerste plaats een betere bepaling van de energieprestatie van de woning geven.
Met de huidige methodiek werd vaak een te positief beeld geschetst van het te koop aangeboden object. Een berekend energie label, dus eigenlijk de werkelijke waarden ligt gemiddeld 2 stappen onder de huidige methodiek. Dus veel labels A van nu, zijn na 1 juli 2020 labels C, en misschien nog wel lager.
Het uitfaseren van het VEL en het volledig overgaan op de uitgebreide systematiek voor het energielabel voor woningen vraagt een goede voorbereiding. De overgang naar de nieuwe systematiek hangt samen met de inwerkingtreding van de BENG-eisen voor energiezuinige nieuwbouw op 1 juli 2020. Voor zowel het energielabel als de BENG-eisen zal de energieprestatie berekend gaan worden met de nieuwe bepalingsmethode NTA 8800.
In de komende periode werk ik samen met de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, de Inspectie Leefomgeving en Transport en andere betrokken partijen aan de aanpassing van de systematiek. Hierbij kijken we onder andere naar benodigde aanpassingen van regelgeving, uitvoering, handhaving en communicatie. Dit alles met als doel de overgang zo soepel mogelijk te laten verlopen, de risico’s te beperken en de kosten beheersbaar te houden.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,